Lindehout(?); hoogte 95 cm
Begin 19e eeuw
Sint Joseph, staande afgebeeld, draagt op zijn linkerarm het Christuskind, dat zijn armpjes naar hem uitstrekt. Onder zijn mantel draagt hij een kort kleed en aan zijn voeten stevige sandalen. Het beeld is niet (meer?) gepolychromeerd .
Mogelijk heeft dit beeld op het Josephaltaar gestaan, dat in 1833 nog in de kerk stond en dat door Cuijpers werd afgebroken. Later, in 1935, bevond het zich in de sacristie en nu staat in het zijschip aan de zuidzijde tegen een pilaar.
Over Joseph, de bruidegom van de heilige maagd Maria, is niet veel bekend. Zijn naam wordt alleen genoemd tijdens zijn verlovingstijd met Maria en in de periode waarin Jezus als kind wordt beschreven (kindheidsevangelie). Hij stamde uit het geslacht van David, woonde in Nazareth en hij was timmerman van beroep. Jozef wordt beschreven als een toegewijde echtgenoot en een zorgzame vader.
Het feest van St. Joseph wordt sinds 1621 gevierd op 19 maart.
Door de inspanningen van de H. Brigitta van Zweden en de H. Bernadinus van Siëna komt de verering voor de heilige Joseph in de 15e eeuw op gang en wordt hij vereerd om zijn eenvoud en liefdevolle zorgzaamheid. Na het concilie van Trente (1545 - 1563) wordt de figuur van Joseph gepropageerd als de voedstervader van Jezus: een man in de bloei van zijn jaren, sterk en slank, met een welige haardracht. Eerder, in de voorafgaande middeleeuwse periode, beeldde men af als een oude onnozele grijsaard.
Zijn eerste feestdag is daarom ook het feest van de H. Familie, dat gevierd wordt op de zondag onder het octaaf van Kerstmis. Mocht er in die periode geen zondag vallen, dan gebeurt dit op 30 december. Door Paus Johannes XXIII is Sint Joseph's naam opgenomen in de canon van de H. Mis.
In Smakt, gemeente Venray, bedevaartplaats van Sint Joseph, wordt hij sinds 1699 vereerd en de aan hem toegewijde kapel wordt jaarlijks door duizenden pelgrims bezocht.
Sint Jozef is de patroon van o.a. de echtparen, de christelijke gezinnen, de jeugd, de arbeiders en de houtbewerkers. Ook wordt hij aangeroepen voor, een zalige levensstaat en een zalige dood.
Men roept hem ook aan bij oogaandoeningen, in geval van hopeloze zaken en bij woningnood.