Hout; hoogte 117 cm
18e eeuw ?
Maria en het Kind dragen beiden een kostbare zilveren kroon, die op hoogtijdagen wordt vervangen door een gouden exemplaar. In haar rechterhand heeft Maria een scepter van zilver en op haar linker draagt zij haar Zoon. Een gouden kettinkje, met daaraan een reliekhouder eveneens van goud, hangt om haar hals. De reliekhouder is gevat in een heel fijn bewerkt filigraan kroontje. Het Kind draagt in zijn linkerhand een wereldbol en aan Zijn rechterhand hangt een zilveren rozenkrans. Aan het einde van deze rozenkrans hangen bij het kruisje een scapuliermedaille en een ruitvormige penning. Hierop is aan de ene zijde een afbeelding van Anna-te-Drieën te zien en aan de andere zijde een afbeelding van Jezus op een geselkolom.
De gezichten van Maria en Jezus zijn opvallend fijn gesneden. Zowel Maria als het Kind zijn gekleed in een rode fluwelen mantel en rok, die waarschijnlijk ook dateren uit de 18e eeuw. Op het kleed van Maria is op haar borst een gestyleerde roos aangebracht en op haar schoot staan de letters MRA voor Maria. Op de borst van het Kind staan de letters IHS, met midden op de H een kruisje.
Het beeld werd vroeger - en ook nu weer- meegedragen in een processie en wordt daarom wel "Processiemaria" genoemd. Tegenwoordig is het beeld het middelpunt van de Maria-verering achter in de kerk.
Zie pagina Maria met kind (1)