Eikenhout; hoogte 135 cm
Meester Arnt van Kalkar; ca. 1478
Dit beeld is een van de meest verfijnde en elegantste beelden in de kerk en misschien wel een van de mooiste laatmiddeleeuwse beelden van Nederland. Tijdens de laatste ingrijpende restauratie in 1996 door het Restauratie Atelier Limburg is de oorspronkelijk middeleeuwse
polychromie
, bladgoud, weer te voorschijn gekomen.
Het beeld heeft zeer waarschijnlijk gestaan op een altaar dat in 1478 in de kerk werd opgericht. Qua stijl is het zeer waarschijnlijk een werk van Meester Arnt zelf of minstens van een van zijn zeer begaafde leerlingen.
Lucia staat hier zeer ingetogen en met verfijnde gelaatstrekken. De wond in haar hals laat zien dat daar oorspronkelijk een dolk gezeten moet hebben, hét attribuut van de H. Lucia bij uitstek. Soms wordt zij ook afgebeeld met een schaal in de hand waarop twee ogen liggen.
Het boek in haar hand getuigt van haar geloof; de palmtak van de marteldood.
De eerste berichten over haar dateren pas uit de vijfde/zesde eeuw. Zij zou stammen uit een voorname familie te Syracuse (Sicilië) en rond 285 geboren zijn. Ze zou een christelijke opvoeding hebben gehad maar door haar ouders aan een heidense jongen zijn beloofd. Bij het graf van de H. Agatha, dat ze met haar ongeneeslijk zieke moeder bezocht, zou ze een visioen van de H. Agatha hebben gehad en genezing voor haar moeder hebben verkregen.
Daarop verbrak zij haar verloving en gaf al haar bezittingen weg aan de armen. De verstoten verloofde klaagde haar hierop onder keizer Diocletianus aan bij de stadhouder die haar tevergeefs tot afzwering van haar geloof trachtte te brengen. Eerst werd zij met kokende olie overgoten. Toen dat niet hielp wilde hij haar in een bordeel plaatsen maar geen kracht of macht ter wereld kon haar van haar plaats krijgen. Toen tenslotte ook de brandstapel door bovennatuurlijk ingrijpen mislukte werd zij met een dolksteek door haar hals vermoord.
Lucia wordt, samen met Margaretha, Barbara en Catharina gerekend tot de zogenaamde noodhelpers en pestheiligen. Zij wordt, samen met de H. Caecilia en een paar andere martelaressen genoemd in de Canon van de H. Mis.
Lucia wordt vereerd als patrones van oog- en keelartsen en daarmee dus ook aangeroepen bij oog- en keelpijn.
Haar feestdag valt op 13 december.