Eikenhout; hoogte 146 cm
Werkplaats voor Kerkelijke Kunst van P.J. Cuijpers & Co.; ca 1895
Het verwoeste altaar bestond uit een zeer brede houten retabel; een predella met daarop in het midden het tabernakel. Hierboven, aan beide zijden van de expositietroon, zag men in geopende toestand twee scènes. Deze werden op hun beurt gescheiden door nissen; in de rechternis Petrus en Paulus in de linkernis. Midden boven de expositietroon bevond zich een groot H. Hartbeeld. Het geheel werd bekroond met een hoge, slanke pinakel waarop een pelikaan stond.
De beelden, die nu achter in de kerk onder het oksaal staan, zijn van een flink formaat. Petrus draagt een boek en sleutels; Paulus een boek en een zwaard. Zij (snij-)technisch van een redelijke kwaliteit, maar zonder veel innerlijke passie, die zo kenmerkend is voor veel oorspronkelijk middeleeuwse beelden. Het zijn twee representanten van in serie, naar bestaand model, vervaardigde objecten, die in een nis beter tot hun recht komen dan vrijstaand. De gelijkenis met de beelden van Petrus en Paulus in het nu aanwezige hoofdaltaar is opvallend en niet toevallig.